Deze week stemde het Europees Parlement voor het verduurzamen van batterijen, inclusief het verwijderbaar en vervangbaar maken ervan. Europarlementariërs stemden in de plenaire vergadering over hun rapport over de batterijverordening die de Europese Commissie in 2020 voorstelt. Ze hebben een ambitieus standpunt ingenomen over de kwestie van de verwijderbaarheid en vervangbaarheid van batterijen, een belangrijk aspect om de levensduur van elektronische producten die in Europa worden verkocht, te verlengen. Dit betekent echter niet dat batterijen snel door de gebruiker kunnen worden vervangen, aangezien dit alleen het standpunt van het Parlement vertegenwoordigt en de strijd voor een definitieve, ambitieuze verordening met de Raad nog moet plaatsvinden.
Een ander hulpmiddel in the right to repair toolbox!
Hoewel de verordening betrekking zal hebben op vele aspecten van de levenscyclus van een batterij, zoals due diligence, de koolstofvoetafdruk van productie, inzameling, recycling en het gebruik van gerecycleerde inhoud, evenals duidelijke etikettering, wordt ook verwacht dat deze de verwijderbaarheid en vervangbaarheid ervan aanpakt.
Aangezien lithiumbatterijen in alles te vinden zijn, van smartphones tot scooters, elektrische auto’s en energieopslag voor slimme netwerken, is het absoluut essentieel om ervoor te zorgen dat ze kunnen worden verwijderd en vervangen wanneer ze falen om ervoor te zorgen dat producten langer meegaan en onnodig afval voorkomen.
Bovendien wordt in het verslag opgeroepen tot de vervanging van batterijen door de gebruiker in alle consumentenelektronica en lichte vervoermiddelen. Als dit wet wordt, zou het voor fabrikanten die dergelijke producten in de EU verkopen niet langer mogelijk zijn om ze van stroom te voorzien met geïntegreerde batterijen. Als het gaat om e-bikes en e-scooters, riepen EG-leden op om de vervangbaarheid van batterijcellen door onafhankelijke reparateurs mogelijk te maken, evenals het voorkomen van het gebruik van software om de vervanging van batterijen of andere belangrijke componenten te blokkeren.
In het verslag van het Parlement wordt er ook op aangedrongen dat de batterijen voor consumentenelektronica en lichte vervoermiddelen gedurende ten minste 10 jaar nadat het laatste model op de markt is gebracht, als reserveonderdelen beschikbaar moeten zijn.
Nog een lange weg te gaan.
Met deze stemming neemt het Europees Parlement een ambitieus standpunt in over de verwijderbaarheid en vervangbaarheid van batterijen, in overeenstemming met zijn recente stemmingen waarin wordt opgeroepen tot het recht op reparatie.
De volgende stap is nu onderhandelingen tussen de Raad en het Parlement over hun respectieve standpunten en amendementen op het voorstel van de Commissie. Het huidige standpunt van de Raad over de verwijderbaarheid van batterijen is echter uiterst zwak en een compromis dreigt de oorspronkelijke ambitie om batterijen verwijderbaar en vervangbaar te maken voor alle elektronische producten die in de EU worden verkocht, te verwateren en als reserveonderdelen beschikbaar te stellen. De huidige tekst van de Raad voorziet inderdaad in een vage maas in de wet voor producten die in “natte omstandigheden” worden gebruikt, beschouwt het batterijpakket alleen als een eenheid en niet de componenten die het creëren, garandeert niet dat batterijen beschikbaar zijn als reserveonderdelen en gaat ook niet in op het gebruik van software om vervanging en reparatie te voorkomen.
Een definitief besluit over het standpunt van de Raad moet worden genomen tijdens de Milieuraad op 17 maart.
Ondertussen zou de verordening, als de onderhandelingen goed verlopen, in 2022 kunnen worden aangenomen. De datum van “inwerkingtreding” is echter nog erg ver en het tijdschema voor specifieke maatregelen om wet te worden in de lidstaten blijft onduidelijk. In het verslag van het Parlement wordt opgeroepen tot maatregelen inzake de verwijderbaarheid van batterijen die vanaf 1 januari 2024 van toepassing zijn. Maar in het laatste document van de Raad wordt voorgesteld deze maatregelen vanaf de datum van inwerkingtreding met 12 tot 24 maanden uit te stellen, zodat de industrie voldoende tijd heeft om zich aan te passen. Dit kan ertoe leiden dat de toepasbaarheid van reparatie-eisen veel verderop in de lijn gebeurt, mogelijk in 2026 of zelfs daarna.