Alleen video en Office zijn in onderwijs niet genoeg

Als de coronacrisis een ding duidelijk maakte voor het onderwijs, dan is het wel dat scholen niet voorbereid waren om digitaal les te geven. Welke lessen zijn hieruit te leren? Waar moeten we op letten bij het plannen van een toekomstbestendige school en hoe bereiden we kinderen beter voor op de wereld van morgen?

Onderwijsinstellingen moeten erkennen dat de manier van leren is veranderd. Leraren zijn meer dan alleen mensen die face-to-face-onderwijs geven. Ze zijn leerpartners voor de kinderen en ondersteunen hen bij het gebruik van digitale media.

Om deze taak uit te voeren, moeten de scholen leerlingen de nodige middelen ter beschikking stellen – of het nu gaat om hardware, software, een stabiele it-infrastructuur, vpn-toegang of expertise. Diepgaande kennis van hoe om te gaan met individuele technologieën is weliswaar niet cruciaal voor een leraar, maar basiskennis van digitale principes is dat wel. In trainingscursussen en reguliere bijscholingen zijn leraren bij te praten over richtlijnen voor gegevensbescherming en auteursrechten.

Leraren zijn geen it-specialisten. Daarom moet er een technisch aanspreekpunt zijn in onderwijsinstellingen. Hij of zij zorgt voor regelmatig onderhoud, ondersteunt de docenten bij vragen, zorgt voor technische documentatie en vormt zo de brug tussen techniek en onderwijs.

Plan op lange termijn en blijf flexibel

“Bij het ontwikkelen van een digitaliseringsconcept is naast de rolverdeling ook een ander aspect van belang: vooruitzien”

Bij het ontwikkelen van een digitaliseringsconcept is naast de rolverdeling ook een ander aspect van belang: vooruitzien. Bepaal vooraf welke taken de nieuwe technologie moet vervullen en hoe deze zijn in te zetten om lessen afwisselend en productief te maken.

Daarnaast moet de mogelijkheid tot schaalvergroting in de planning worden meegenomen. Oplossingen kunnen dus eerst op kleine schaal worden getest en later worden uitgebreid naar de hele school, waardoor onrendabele investeringen worden voorkomen. Bovendien is onderhoud en het up-to-date houden van technologieën van belang – daar moet rekening mee worden gehouden als het gaat om de financiële middelen. Met een langetermijnplanning vermijden scholen dat later aangekochte oplossingen niet compatibel zijn met de bestaande systemen en daardoor problemen veroorzaken.

Om digitale media echt een integraal onderdeel van het onderwijs te laten worden, moet elk klaslokaal zijn uitgerust met moderne presentatietechnologie zoals projectoren of digitale whiteboards. Voorwaarde is ook dat er over het schoolterrein wifi beschikbaar is. Indien nodig moet het mogelijk zijn om vanuit huis toegang te krijgen tot leermiddelen via tablet en notebook. Ook moet er vpn-toegang beschikbaar zijn voor alle studenten en docenten. Om afstandsonderwijs te ondersteunen, zijn verder webcams, headsets en conferentietools een vereiste. Ten slotte is een voldoende aanbod van dataopslag essentieel.

Werk in een vroeg stadium aan IT- en technische vaardigheden

De inzet van moderne presentatietechnieken zoals het gebruik van PowerPoint of het vertonen van video’s is niet hetzelfde als toekomstbestendig onderwijs. Technische vaardigheden zoals programmeren zijn dringend nodig op de arbeidsmarkt van de toekomst – des te belangrijker is het dus voor de jonge generatie om al vroeg kennis te maken met deze activiteiten. Alleen zo kunnen we in de toekomst met IT- en technologieconcepten blijven omgaan. Er zijn tal van mogelijkheden om dit op een geschikte manier over te brengen op kinderen en jongeren en om hun interesse in technische onderwerpen te stimuleren.

Zo zijn er voor het onderwijs speciale middelen beschikbaar waarmee leerlingen kunnen experimenteren op het gebied van softwareontwikkeling. Op de websites van aanbieders staan ​​interessante online cursussen en verklarende video’s zodat leerlingen zelf aan de slag kunnen. Daarnaast is er een groot aanbod van automatiseringstechniek die geschikt is voor kinderen. Denk aan het bouwen van kleine robots die kinderen kunnen programmeren. Zo kunnen ze in een vroeg stadium IT-vaardigheden opdoen.

Als al deze factoren in de planning worden meegenomen, is een stapsgewijze transformatie naar een beter digitaal onderwijs mogelijk – en elke stap telt.

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *

Ce site utilise l'intelligence artificielle et l'apprentissage automatique pour réduire les spams. Découvrez comment vos données de commentaire sont traitées.

Articles connexes

Apeldoorn leidt werkende ict’ers op hbo-niveau op

In september start de ICT Academie Apeldoorn. Dit is een nieuwe it-opleider die werkende mbo’ers de kans geeft om in vier jaar een hbo-diploma te behalen. Het biedt hiervoor de deeltijdopleiding informatica aan. Hierin kunnen deelnemers zich specialiseren in software engineering en geo-ict. De academie werkt samen met de Utrechtse Capabel Hogeschool.

Lire la suite

Vrees over ‘slecht’ bereik nieuwe scholingsregeling

Het Adviescollege ICT-toetsing is bang dat juist groepen die het meest baat hebben bij verdere scholing en ontwikkeling gedurende hun loopbaan, straks de subsidiepot niet weten te vinden. Bij de nieuwe Stap-budget die de huidige fiscale aftrek voor scholingsuitgaven gaat vervangen, bestaat het risico dat kwetsbare doelgroepen buiten de boot vallen. Het adviescollege, vroeger Bureau ICT Toetsing (BIT) geheten, vreest dat alleen digivaardige burgers de regeling weten te vinden.

Lire la suite

Online-examens en proctoring, wen er maar aan

Online-examens in het onderwijs zijn een blijvertje. Ze krijgen als de lockdownmaatregelen straks worden afgeschaft een vaste plek naast examens op locatie. Voor particuliere opleiders en aanbieders van certificeringen en cursussen zal de wereld nog meer veranderen. Daar wordt online-examineren en -surveilleren (proctoring) het nieuwe normaal.

Lire la suite
U bent helemaal bij, dit was het laatste bericht.
  • Étiquettes

  • Catégories

  • Archives

  • Aller au contenu principal