Het ubo-register maakt deel uit van het KVK-handelsregister. Deze uitbreiding met meer persoonlijke informatie vloeit voort uit de vierde Europese anti-witwasrichtlijn uit 2015. Die stelt dat ondernemingen vanaf september 2020 verplicht zijn om hun eigenaren of de personen die zeggenschap hebben in te schrijven in een ubo-register, oftewel een register met informatie over de ‘ultimate beneficial owner’ (ubo: de ‘uiteindelijke belanghebbende’).
Van hen worden het aandelenbelang, de naam, nationaliteit en geboortemaand en -jaar geregistreerd. Ondernemingen moeten deze gegevens zelf binnen anderhalf jaar aanleveren. Uiterlijk 27 maart 2022 moeten alle ubo’s ingeschreven staan. Overigens is het nog de vraag of alle landen in de Europese Unie hun ubo-register op tijd klaar voor gebruik hebben.
Hoewel een deel van de gegevens niet openbaar is, kunnen bevoegde autoriteiten, zoals het Openbaar Ministerie, de politie, de Belastingdienst, de Financiële Inlichtingen Eenheid en toezichthouders, alle data inzien. Ook zijn gegevens te delen met collega-organisaties in andere landen in het kader van een onderzoek naar financieel-economische criminaliteit en terrorismefinanciering.
Volgens Privacy First-bestuurslid Paul Korremans gaat dit veel te ver en maakt het ubo-register een te grote inbreuk op de privacy van burgers. ‘Er zijn genoeg signalen dat het bevoegd gezag de benodigde informatie over boeven of terroristen via andere kanalen kan binnenkrijgen. Het ubo-register is daarom niet nodig. Bovendien is het een buitenproportioneel middel dat vooral familiebedrijven raakt. Daar zitten stille vennoten bij die er niet op zitten te wachten om straks met naam en toenaam opvraagbaar te zijn.’
In beroep
Volgens het Rijk voldoet het ubo-register aan de eisen voor gegevensbescherming en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Privacy First acht het register echter in strijd met het Europees privacyrecht en spande een rechtszaak aan. Hoewel de kortgedingrechter in de uitspraak medio maart twijfelde aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het ubo-register verwees hij voor een oordeel door naar de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU. Daar ligt de kwestie namelijk al op het bord. Het hof toetst, na recente vragen door een Luxemburgse rechter, of de Europese regelgeving waarop het ubo-register is gebaseerd in strijd is met het grondrecht op privacy.
Toch heeft Privacy First spoed-appèl ingesteld tegen het kortgedingvonnis bij het gerechtshof in Den Haag. Volgens Korremans is het goed dat er in Nederland meer rechters een oordeel vellen over het ubo-register. Daarnaast zal de privacybehartiger het hof vragen het ubo-register buiten werking te stellen totdat de Europese rechter een uitspraak heeft gedaan.