Volgens de Ellen MacArthur Foundation is een circulaire-economie gericht op het uitbannen van afval en vervuiling, het in gebruik houden van producten en materialen en het herstel van natuurlijke bronnen. Het is circulair omdat producten en materialen langer in gebruik blijven en meerdere gebruikerscycli hebben via inruil, reparatie en recycling. Dit staat in contrast met de lineaire economie van ’nemen, maken, gebruiken voor een relatief korte tijd, weggooien, vervangen’. Hierbij worden onvervangbare grondstoffen verbruikt en ontstaan grote hoeveelheden afval en verontreinigende stoffen.
De circulaire kans
Naast klimaatverandering zijn er andere redenen om een circulair model te hanteren. Uit onderzoek blijkt dat de circulaire-economie leidt tot economische kansen van 4,5 biljoen dollar door het verminderen van afval, het stimuleren van innovatie en het creëren van werkgelegenheid. Nieuwe bedrijfsmodellen gericht op hergebruik, reparatie, herfabricage en gedeeld gebruik bieden ook flinke innovatiemogelijkheden. Nu de wereld langzaam uit het dal van de pandemie klimt, wordt beweerd dat de wereldeconomieën een enorme economische impuls zouden kunnen krijgen. Maar wel pas als landen hun lineaire aanpak van materialen en hulpbronnen loslaten, en de circulaire-economie en op duurzaamheid gerichte initiatieven volledig omarmen.
Het omarmen van de circulaire-economie vereist een holistische aanpak vanuit overheden en bedrijven. Zij zouden collectief afstand moeten nemen van de traditionele, lineaire wegwerpcultuur. Daarbij is het belangrijk dat in de eerste plaats afval wordt vermeden. In een circulaire-economie begint de fabricage van producten met het uitsluitend gebruik van duurzame grondstoffen en worden deze ontworpen om een lange levensduur. Dit betekent dat producten niet alleen worden gemaakt om zolang mogelijk mee te gaan, maar ook dat ze eenvoudig te repareren zijn en de cultuur van weggooien of nieuw kopen wordt tegengegaan. Bovendien worden producten zo ontworpen dat ze zijn te recyclen op het moment dat ze verouderd zijn.
Technologie duurzaam maken
De technologiesector staat bekend om zijn verspilling. Regelmatige updates, upgrades en technologische veroudering betekenen dat we regelmatig producten moeten vervangen. Hoewel sommige producten langer meegaan dan andere (beeldschermen worden bijvoorbeeld om de dertien jaar vervangen, terwijl smartphones om de twee jaar worden vervangen), blijkt uit onderzoek dat elektronische producten doorgaans twee tot drie jaar minder lang meegaan dan de bedoeling was toen ze werden ontworpen.
Dus wie bepaalt hoe lang een product wordt gebruikt voordat het wordt weggegooid? De realiteit is dat veel producten te snel na aankoop kapotgaan en vervolgens niet kunnen worden gerepareerd of gerecycled. Een groot deel van de verantwoordelijkheid ligt bij de fabrikanten zelf. Zij ontwerpen namelijk voor eenmalig, kortetermijngebruik met ingebouwde voortijdige veroudering, in plaats van te ontwerpen volgens de regels van de circulaire-economie.
Zo hoeft het niet te zijn. Er zijn argumenten om producten te bouwen die lang meegaan en vervolgens door erkende reparateurs zijn om te bouwen voor de tweedehandsmarkt. Of, als er geen rendabele reparatie mogelijk is, zijn ze af te breken tot herbruikbare onderdelen. Het idee dat consumenten zich niet bekommeren om de levenscyclus van de artikelen die zij kopen, gaat niet meer op nu er een groeiende trend is om bij duurzame merken te kopen. Volgens Kantar is dit het geval sinds de pandemie. Een op de vijf consumenten – en we tellen door – doet consequent aankoopbeslissingen gevoed door de vermindering van plastic afval.
Schaarser en duurder
Het komt erop neer dat producten die langer meegaan, op allerlei manieren goed zijn voor bedrijven. Het begint met de keuze voor duurzame grondstoffen voor zowel de vervaardiging van producten als verbruiksgoederen. Anders raken deze grondstoffen uitgeput, worden ze steeds schaarser en duurder – totdat ze uiteindelijk opraken. Dit leidt weer tot andere onvoorziene gevolgen voor het milieu, vooral als ze bijdragen aan de leefomgeving van planten en dieren of aan de levenscycli.
Producten die zijn ontworpen om duurzaamheid en een lange levensduur, zijn dan weer een goede bedrijfsinvestering. De uptime gaat omhoog omdat de vervanging of invoering van nieuwe technologieën minder impact heeft. Circulair ontworpen producten brengen ook kostenbesparingen met zich mee vanwege het lagere energieverbruik. Maar ook vanwege de langere vernieuwingscyclus en het gebruik van technologische functies. Functies zoals onderhoud op afstand met behulp van voorspellende analyses, en on-demand-onderhoud, met als effect dat de producten lang blijven werken.
Iedereen denkt dat de circulaire-economie synoniem is aan recycling, maar recycling is er slechts een onderdeel van. Door vanaf het begin producten zo te ontwerpen dat ze langer meegaan, verminder je afval en de noodzaak om te recyclen, wat op zichzelf al veel energie kan kosten. Stop zeker niet met recyclen, maar als je geen producten maakt of koopt die ontworpen zijn om lang mee te gaan, doe je, maar het halve werk.