Verhogen van de gebruikerservaring
Daarnaast is de nextgen-patiëntenervaring te zien als een pluspunt van een slim ziekenhuis. Een patiënt kan een afspraak boeken via een app, en krijgt dan automatisch een parkeerplaats toegewezen. Zodra hij in het ziekenhuis aankomt, kan hij – zonder zich in te schrijven aan de balie – via bluetooth-sensoren naar de juiste wachtzaal geleid worden. En als vorige afspraken van de arts uitlopen, dan is de patiënt te vragen even in het restaurant te wachten, eventueel met een bon voor een gratis koffie. Hij wordt als een ‘koning’ ontvangen en niet als een ‘nummer’.
Al die geconnecteerde toestellen en sensoren genereren veel meer data. Als die data gecombineerd worden (via bijvoorbeeld ai) en op de juiste manier gepresenteerd, kan het verzorgend personeel – dokters en verpleging – op basis van die verwerkte data betere beslissingen nemen of sneller een diagnose stellen.
Ook locatietracking is een optie. Waar staat bed x of waar haal ik de rolstoel y? Uit een onderzoek blijkt dat een verpleegkundige zo’n twintig minuten verliest door de ‘zoektocht’ naar een rolstoel. Allemaal tijdwinst die ze aan zorg kunnen besteden. Je zou trouwens ook automatisch de workflow of het gebouw zelf beter kunnen monitoren door de data van alle sensoren te analyseren en te koppelen.
Slimme security
Het mag duidelijk zijn dat in zo’n slim ziekenhuis het netwerk de fundering is. De beveiliging ervan dus ook, want niet alleen de toestellen kunnen levens redden, maar de patiëntdata is vertrouwelijk en dient om begrijpelijke redenen niet in verkeerde handen terecht te komen. Data van toestellen, applicaties en patiënten passeert allemaal via het netwerk. Bovendien komen er elke dag nieuwe apps op de markt en die willen allemaal toegang.
Als ziekenhuis is het daarom verstandig om een set van vereisten op te stellen waaraan iets moet voldoen als het op jouw netwerk wil komen. Dat is een uitdaging waar we allemaal beter moeten over nadenken. Laten we alle digitale thermometers toe of enkel model a van fabrikant b? Wat zien we als kritieke dataverkeer? Verwerken we de data centraal of lokaal? Wat met de latency op het netwerk? Wat met de redundantie, waardoor elk apparaat op elk moment via minstens één toegangspunt is verbonden? Werken we met dynamische segmentatie (naargelang waar er een toestel bijkomt op het netwerk beslissen) of met een klassieke segmentatie per categorie (alle hartmonitoren samen, alle rolstoelsensors samen)? Dat zijn allemaal elementen om slimmer én veiliger met data en infrastructuur om te gaan.
Asset tracking voor monitoring
Slimmer omgaan met infrastructuur kan ook via asset tracking, al dan niet geïntegreerd in een draadloos platform. Hiermee kunnen ziekenhuizen machines, apparaten en andere items monitoren. Omdat ziekenhuizen vaak per afdeling werken die ook nog eens (autonoom) over eigen budgetten beschikken – zonder rekening te houden met het gehele plaatje in een ziekenhuis – was dit principe tot voor kort een moeilijk businessmodel. Maar ook daar zijn innovatieve initiatieven zoals van het Belgische Blyott, dat een model heeft ontwikkeld, waarbij je per te volgen item een vastgesteld bedrag per maand betaalt. Hierdoor is asset tracking ook gemakkelijker in ziekenhuizen uit te rollen en ben je weer een stap dichter bij het slimme ziekenhuis.
Remote monitoring
Eén van de trends is dat een ziekenhuis geen plaats meer is om te herstellen. De medische sector is het er over eens dat patiënten thuis in hun vertrouwde omgeving beter en meer ontspannen kunnen herstellen van een ingreep. Enige belangrijke voorwaarde is dat vragen, signalen of klachten ook vanop afstand goed en snel zijn op te volgen. Dat kan via een videogesprek, maar ook via allerlei medische apparatuur en sensoren die data doorsturen naar het ziekenhuis. Dat moet uiteraard via een veilige verbinding gebeuren. Remote monitoring brengt de schaalbaarheid van de ziekenhuizen wel een stuk dichter. En haalt de werkdruk er ook wat vanaf tijdens onverwacht drukke periodes.
Covid-19 is accelerator
Bij mij in de buurt komt een nieuw ziekenhuis. Alles was zo goed als klaar voor de eerste spadesteek toen Covid-19 de plannen in de war stuurde. Een geluk bij een ongeluk want de ziekenhuisdirectie zag snel in dat ziekenhuizen in de toekomst anders en flexibeler zullen moeten gaan werken. De plannen werden heroverwogen met meer aandacht voor technologie. Tot in de kleinste details zoals bijvoorbeeld de (licht)schakelaars. Er bestaan modellen die hun eigen elektriciteit opwekken en via een USB in een accesspoint connectie maken met het gebouwbeheersysteem. Zo een ziekenhuis moet dus geen (of in ieder geval veel minder) elektriciteitskabel meer voorzien, wat niet alleen een kostbesparing is, maar hen ook meer flexibiliteit oplevert. De organisatie kan de kamer – en bij uitbreiding het hele ziekenhuis – snel anders indelen als dat nodig is. Ze noemen hun ziekenhuis nu trouwens een medisch innovatiecentrum.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Nog heel veel ziekenhuizen kunnen stappen voorwaarts zetten. Want de IT-sector en de maatschappij staan nog maar aan het begin van wat technologie en data kunnen betekenen voor de medische wereld. En dus voor onze eigen gezondheid. Door meer in te zetten op remote monitoring, en technologie meer te omarmen en efficiënter in te zetten, zetten ziekenhuizen al een grote stap richting de ideale wereld van slimme ziekenhuizen.